Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Wandeling door het Hansaviertel

Wandeling door het Hansaviertel

In de jaren vijftig werd Berlijn niet voor de eerste keer een belangrijke architectuurstad. Zowel in West als in Oost was er veel aandacht voor vernieuwend en modern bouwen. In Oost-Berlijn (in DDR-termen: die Hauptstadt) werden in die tijd aan de Stalinallee, nu Karl- Marx-Allee, grote arbeiderspaleizen neergezet in een monumentale ‘suikertaartstijl’.

Als tegenhanger van deze monumentale, socialistische architectuur werd in West-Berlijn een nieuwe stadswijk ontwikkeld, het nu grotendeels vergeten Hansaviertel. De aanleg daarvan was een onderdeel van de Interbau, de Internationale Bauausstellung 1957 met als thema ‘De stad van morgen’. Prominente westerse architecten als Aalto en Niemeyer werd gevraagd om er hun nieuwste ontwerpen te realiseren. Internationaal gezien trok West- Berlijn door deze prestigieuze tentoonstelling natuurlijk veel meer aandacht dan de monumentale sovjetbouwstijl aan de Stalinallee.

Het Hansaviertel is een uit zijn as verrezen woonwijk, die al vanaf 1874 was ontwikkeld. Het lag na de Tweede Wereldoorlog in West-Berlijn, in stadsdeel Tiergarten. Nu is het een onderdeel van stadsdeel Mitte. Het was aan het einde van de 19e eeuw een nette burgerwijk, met een bevolking die voor ongeveer tien procent Joods was. De straten werden genoemd naar Hanzesteden omdat de projectontwikkelaar nauwe banden had met Hamburgse ondernemers. Naast de Hansaplatz verwijst alleen nog de Altonaerstrasse hiernaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze wijk door luchtaanvallen grotendeels verwoest en daarmee kwam er een eind aan deze ‘prachtvolle Galerie des Berliner Historizismus’. Door die bombardementen kregen de stadsontwikkelaars echter ook de kans de stedelijke structuur van de 19e eeuw achter zich te laten. En dat is uniek in een centraal gelegen deel van Berlijn. Elders in het centrum van Berlijn waren de praktische of ideologische bezwaren te groot.

Geprikkeld door de nieuwbouw in Oost-Berlijn -met name aan de Stalinallee- wilde het stadsbestuur van West Berlijn van deze buurt een hypermoderne stadswijk maken, de stad van de toekomst. Daartoe werd het neusje van de zalm van de internationale architectuur uitgenodigd. Dit waren onder anderen de Fin Alvar Aalto, de Braziliaan Oscar Niemeyer en de Duitser Walter Gropius. Ook de Nederlanders Jan van den Broek en Jacob Bakema behoorden tot dit uitgelezen gezelschap.
In het nieuwe Hansaviertel vind je daardoor alle belangrijke westerse architecten uit de vijftiger jaren bijeen. Ze bouwden er 35 bijzondere gebouwen, inclusief twee kerken en een klein winkelcentrum. Er staan zes torenflats van 16 verdiepingen. Dat was in die tijd heel

Berlijn: wandeling door het Hansaviertel – www.goudriaan-stadsverkenningen.nl – 1

Gerard Goudriaan Dordrecht www.goudriaan-stadsverkenningen.nl

hoog in Europa. Elders in deze zeer groene wijk vind je ook complexen die tussen de vier en acht verdiepingen hoog zijn en er is enige laagbouw.
Drie gebouwen waren wel met de Interbau verbonden, maar vonden elders in Berlijn een plek. Het bekendst is het Corbusierhaus van de Zwitsers-Franse architect Le Corbusier in Charlottenburg vlak bij het Olympisch Stadion. Vanwege zijn afmetingen paste het niet in het Hansaviertel. Aan de Spree -nu naast het Bundeskanzleramt- bouwde men in die tijd met Amerikaanse steun een congrescentrum. Dat is nu het ‘Haus der Kulturen der Welt’ en beter bekend als de ‘zwangere oester’. Het is van de hand van de Amerikaan Hugh Stubbins. Minder bekend is het derde project: de Hansa-basisschool niet ver van het Hansaviertel. Toen de tentoonstelling in de zomer van 1957 werd geopend, waren veel gebouwen overigens nog niet klaar. Die kon je toen alleen bewonderen als modelwoning of als maquette in een paviljoen. Tot 1960 is er in deze wijk nog gebouwd.

Je start bij S-Bahnhof Tiergarten,op de lijn Hauptbahnhof – Zoologischer Garten. Uitgang Strasse des 17. Juni. Daar linksaf naar het Berlin-Pavillon, nu Burger King. Het paviljoen was in 1957 de ingangshal van de tentoonstelling. Daarna is het gebruikt om bouwplannen van Berlijn te exposeren. In 2003 kwam er een filiaal van Burger King.

Heen-en-weertje
Bij het paviljoen en aan de overkant van de drukke Strasse des 17. Juni staan 90 historische en ‘moderne’ gaslantaarns, waaronder exemplaren uit Amsterdam, Leiden en Den Haag. Deze verzameling heet officieel het Berliner Gaslaternen-Freilichtmuseum (het is dus een openluchtmuseum). Er staan borden met detailinformatie.
Het Freilichtmuseum staat in een mooi, oud park: Tiergarten. De lantaarns komen uit 25 Duitse en elf andere Europese steden. Ze zijn verzameld in samenwerking met het Technik Museum.

Na het paviljoen steek je de Klopstockstrasse over. Daar staat een helder overzicht van het Tiergarten met onder andere het Hansaviertel. Sla linksaf, de Klopstockstrasse in. Even later vind je nog een kaart van deze bijzondere wijk, nu met informatie over alle architecten. Bij de Händelallee sla je rechtsaf.
Op de Händelallee ligt aan de linkerkant een van de hoogtepunten van het Hansaviertel, het flatgebouw van Walter Gropius (nummers 3-9). Het grote gebouw valt onder meer op door de half gebogen vorm en wordt door deskundigen bewonderd vanwege de ‘sterke ritmiek‘. Dit ritme wordt onmiskenbaar versterkt door de paarsgewijs gerangschikte balkons. De bewoners hebben vanaf die balkons ongetwijfeld een prachtig uitzicht op het park aan de andere kant van de weg. De Duits-Amerikaanse architect Walter Gropius was de oprichter van het vermaarde Bauhaus uit Weimar, later Dessau. Dat was in de jaren twintig een toonaangevend instituut voor kunst en architectuur. Hij is een van de grondleggers van de moderne bouwkunst.
Je loopt de Händelallee verder af.
Rechts ligt de Kaiser-Friedrich-Gedächtnis-Kirche met een opvallend open toren. De kerk is van beton, de gevel is gesloten en de deuren zijn dicht. Het ziet er allemaal niet erg uitnodigend uit, maar ga vooral even naar binnen (de kerk is open van 9.00 tot 12.00 uur). De vierkante ruimte wordt overdadig verlicht door een enorm glas-in-loodraam (met een oppervlak van 127 vierkante meter). Let eens op het boeiende lijnenspel in dat grote raam. De meeste stukken glas zijn kleurloos en daardoor vallen de schaarse blauwe en groene vlakken des te meer op. De gele ruit staat volgens de kunstenaar -Georg Meistermann- symbool voor de zon. De houten betimmering doet ons sterk denken aan de schrootjes uit onze jeugd. Het muurvullende mozaïek achter het altaar is gemaakt door Ludwig Lemmer en Hans Wagner. De wolk van kleuren verwijst naar de ‘unendliche Vielvalt der göttlichen Schöpfung’. Het orgel zit in een omhulsel van plexiglas en aluminium. Heel modern voor de jaren vijftig. Het omvat 41 registers en dat zijn meer dan 3000 pijpen. De grootste meet ruim vijfeneenhalve meter.
Volg de Händelallee. Die buigt naar links, en nog een keer naar links.
Het wooncomplex aan je linkerhand (nummers 33-39) met vier eengezinswoningen is van de bekende Deense ontwerper -vooral van meubels en horloges- Arne Jacobsen. De hoekige huizen moeten het hebben van de faam van hun ontwerper. De gebouwtjes zelf trekken nauwelijks de aandacht. Het lijken zeer afgesloten bungalows met aan de buitenkant louter blinde muren. Hopelijk hebben de bewoners uitzicht op een (ommuurde) binnentuin. Aan je rechterhand zie je het tien verdiepingen hoge flatgebouw van de Zweedse architecten Fritz Jaenecke en Sten Samuelson. Veel blauwe balkons, veel identieke ramen. Toch boeiend door de rust en regelmaat van de in het oog springende voorgevel. Dit type flat was voor de tijd van de Interbau heel bijzonder, maar vanaf eind jaren zestig kom je deze bouwstijl tegen in talloze Europese nieuwbouwwijken. Het was dus duidelijk een aansprekend voorbeeld. Iets verder heb je rechts voor een mooi uitzicht op het acht verdiepingen tellende wooncomplex van de Finse architect Alvar Aalto. Ook een van de hoogtepunten van het Hansaviertel. Het zijn rechthoekige, witte blokken die met elkaar door twee trappenhuizen zijn verbonden. Het onopgesmukte karakter van het gebouw wordt versterkt door de balkons, die aan een kant iets naar voren springen. Die moeten, in de visie van de architect, de wereld van buiten naar binnen brengen. Voor het gebouw staat een modern sculptuur van Lardera. Daarachter ligt U-Bahnhof Hansaplatz. De overdekte ingang wordt in architectuurkringen geroemd. Aalto -royaal vermeld op een grote plaquette- wilde van deze ruimte een verbinding maken tussen de voor- en de achterkant. Omdat het gebouw vrij ligt, is het echter doorgaans een winderige plek. Wij hebben nog nooit iemand zien zitten op de banken in deze ruimte. Let wel even op de gerestaureerde plafondschildering: ‘Op zoek naar de lijn ́. Bij de toegang wordt de diepere betekenis daarvan uitgelegd. Evenals Walter Gropius is Alvar Aalto een van de belangrijke moderne architecten van de twintigste eeuw. Veel van zijn werk staat in Finland, maar er zijn ook gebouwen van hem te bewonderen in Cambridge, Massachusetts (VS), in Bremen en Essen en in Aalborg in Denemarken. In zijn architectuur legt hij de nadruk op de wisselwerking met de omgeving. Verklaart dat die open entreehal?
Je loopt langs de Aalto-flat naar de ingang van de U-Bahn. Daar loop je rechts omheen en dan rechtsaf de brede Altonaer Strasse in. Bij café Tiergarten de straat oversteken.
Je komt bij het grote gebouw van de Braziliaanse architect Oscar Niemeyer. Deze flat was de bijdrage van Brazilië aan de Interbau. Het gebouw is acht verdiepingen hoog en staat op V-vormige steunpilaren. Deze voor die tijd opzienbarende bouwvorm werd voor het eerst toegepast door zijn leermeester Le Corbusier. Erachter staat enigszins verborgen een lifttoren die toegang geeft tot de vijfde en zevende verdieping. De andere etages zijn daarna per trap bereikbaar. Niemeyer is vooral bekend geworden door zijn ontwerpen voor Brasilia, de nieuwe hoofdstad van Brazilië die op het eind van de jaren vijftig werd gebouwd. Een ander bekend gebouw van hem staat in Parijs: het hoofdkantoor van de PCF, de Franse communistische partij.
Je loopt langs het flatgebouw van Niemeyer (en je houdt het dus aan de rechterhand). Je komt dan uit op een open ruimt,inclusief parkeerplaatsen. Voor je en schuin rechts zie je diverse bijzondere gebouwen, alsof je overdonderd moet worden door hun architectuur. Een daarvan is van de Nederlanders Van den Broek en Bakema. Niet te missen: aan de voorkant van de woontoren zitten enkele opvallend gekleurde vlakken. Loop die kant op.
Van den Broek en Bakema zijn in Nederland bekend geworden door hun wederopbouwarchitectuur van Rotterdam, zoals die van de Lijnbaan, en de aula van de Technische Universiteit Delft. Links van hun torenflat staat de woontoren van de Italiaan Baldessari, die de aandacht trekt door de ranke betegelde gevel. Ook deze flat is weer opmerkelijk regelmatig van opbouw. Die regelmaat is iets wat je in deze bouwperiode vaker tegenkomt. Als grote finale van het Hansaviertel liggen rechtsaf aan de Bartningallee nog drie indrukwekkende woontorens. Die zijn ontworpen door respectievelijk Gustav Hassenpflug, de Fransen Raymond Lopeze en Eugène Beaudouin en door Hans Schwippert. De flat van de laatste architect valt op door het vele geel in de gevel. Misschien zijn er mensen die aan het einde van deze wandeling een zekere teleurstelling ervaren. Is dat nou alles? Elders in Berlijn vind je misschien veel opwindendere gebouwen (zie bijvoorbeeld in hoofdstuk acht). De woonblokken in het Hansaviertel werden echter ontworpen en gebouwd in een periode waarin de bouw van grote wooncomplexen en woontorens in Europa nog bijzonder was. Het Hansaviertel komt daardoor misschien meer op je over als een architectuurmuseum dan een artistiek hoogtepunt van moderne bouwkunst.
Je kunt het Hansaviertel weer verlaten door de Bartningallee een eindje af te lopen. Je komt dan bij het S-Bahnhof Bellevue. Als je na het viaduct van de S-Bahn nog 100 meter doorloopt, ontdek je links voor de Spree, op Bartningallee 29, de Konditorei Buchwald. Dat is een aantrekkelijke plek, vooral als je een taartliefhebber bent. Specialiteit zijn de Baumkuchen. Een echt ouderwets koffiehuis.

Op stap met Gerard

Steden ontdekken met Gerard Goudriaan kan op twee manieren: met Gerard als gids of je gaat zelf op pad met de door hem beschreven wandelingen.

Als je besluit om Gerard als gids te nemen heb je verschillende mogelijkheden:


Neem contact op