Deze wandeling is niet lang, drie kilometer, maar wel erg interessant. Reken toch op zeker twee uur. Hij gaat voor een groot deel door de Kinkerbuurt. Ten dele ga je door onbekende stukjes van de stad, maar we bezoeken ook De Hallen, met zijn Foodhallen, hotel, bibliotheek, bioscoopzalen en tv-studio waar Paul Witteman bijna woont. Maar eerst zien we in de Baarsjes, waar we starten, een schoolvoorbeeld van de
Amsterdamse School: Het Sieraad. Verder zijn in de Baarsjes nog twee bijzondere gebouwen: het gekste hotel van Amsterdam en een nogal groot uitgevallen moskee. Als we in de Kinkerbuurt zijn komen we bijzondere stadsvernieuwing in de Wenslauerstraat tegen. En de dorpsachtige Bellamystraat, waaraan je goed de poldergeschiedenis van dit vroegere buitengebied van Amsterdam kunt aflezen.
De wandeling begint op de rand van de wijk De Baarsjes. We starten bij Het Sieraad, Postjesweg 1. Aan de waterkant is café Edel by Dennis, met terras. De startplaats is bereikbaar met tram 17 vanaf CS en station Lelylaan (halte Witte de Withstraat/Postjesweg). Ook tram 7 stopt hier.
Op het eind kun je lijn 13 nemen naar het Centraal Station. Ook lijn 3 rijdt er. Die gaat naar het oosten van de stad.
Het gebied waar deze wandeling doorheen gaat, hoort vanaf 2010 tot stadsdeel West waarvan onder andere de voormalige stadsdelen De Baarsjes en Oud-West onderdeel uitmaakten.
De Baarsjes, waar we starten ligt ten westen van de Kostverlorenvaart. Aan de andere kant ervan ligt de Kinkerbuurt. Het gebied van de Baarsjes behoorde tot 1921 tot de gemeente Sloten. Aan de andere kant van de vaart hoorde het grondgebied tot de gemeente Nieuwer-Amstel die in 1896 naar Amsterdam ging. Voor 1896 liep de grens tussen Amsterdam en Nieuwer-Amstel vanaf Overtoom nummer 224 naar de Wiegbrug op het eind van de De Clercqstraat.
De Baarsjes werd tussen de beide wereldoorlogen gebouwd als onderdeel van het plan-West. Veel architectuur is ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School.
De Kinkerbuurt, als onderdeel van het vroegere Oud-West is van eerdere datum. De meeste huizen kwamen gereed voor 1919.
Wat we op onze wandeling goed kunnen zien is dat Oud-West vroeger een poldergebied was, waar vooral boeren en tuinders in laagbouwhuisjes woonden. Het heette de Stads- en Godshuispolder. Dwars door de polder liep de grens Amsterdam en Nieuwer-Amstel. Eerst kwamen in de polder allerlei recreatieve mogelijkheden zoals tuinen en speelhuizen, later, vanaf de tweede helft van de 19e eeuw, werd de polder een uitwijkplek voor industriële activiteiten, voor een deel omdat ze binnen de stadsmuren voor te veel overlast zorgden, voor een deel omdat voor Nieuwer-Amstel lagere belastingtarieven golden.
De stedelijke bebouwing begon in de polder in 1877 en was voor 1919 al voor 80% voltooid. Vooral in de Kinkerbuurt ging het om kleine etagewoningen van vier woonlagen en een zolder. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw startte een ingrijpende stadsvernieuwingsoperatie, die op onze wandeling weinig zichtbaar is.
Wat opmerkelijk is, is het verschil in hoogte tussen Amsterdam en wat vroeger Nieuwer-Amstel was. De gemeente Nieuwer-Amstel stond bebouwing op polderniveau toe, Amsterdam eiste -om hygiënische redenen- dat het polderland met een laag zand bouwrijp werd gemaakt. Op onze wandeling kunnen we het vroegere polderverleden van Nieuwer-Amstel nog goed waarnemen in de Bellamystraat. Daar is nog steeds iets van dat vroegere landelijke karakter te zien.
De start is bij Het Sieraad.
De start is bij Het Sieraad.
De naam zegt het al, het is een hotel maar ook weer niet. In ieder geval iets heel bijzonders. Hotel not Hotel is in 2014 geopend met het idee dat hotels bijna altijd ongezellig zijn, terwijl hostels dat juist niet zijn en vaak veel saamhorigheid uitstralen. Vandaar het uitgangspunt: een hotel met de gezelligheid van een hostel. Je hebt een eigen, niet zo grote en dus niet zo dure kamer, maar wel met een uitstekend bed. Voor de rest van je activiteiten kun je de gezamenlijke ruimtes gebruiken. Het motto is dan ook: Slapen doe je in je bed, leven doe je buiten.
Het hotel legt verder de nadruk op design. Niet zo gek als je bedenkt dat bijna alles is ontworpen door Collaboration-O, een groep van jonge, voormalige studenten van de Design Academy in Eindhoven. Iedere kamer heeft zijn eigen identiteit. De meest spectaculaire is de kamer in een voormalige, gratis opgehaalde Amsterdamse tramwagen. Maar er is meer, bijvoorbeeld een kapel en een Spaanse Casa (No Casa). Achter de boekenkasten is ook een en ander verscholen. Er zijn in totaal 23 kamers.
Uiteindelijk gaan we naar de andere kant van het hotel. Je komt op het Piri Reïsplein (genoemd naar een Turkse ontdekkingsreiziger).
De grote moskee die hier staat heeft al een hele geschiedenis.
Het gebouw Het Sieraad in de stijl van de Amsterdamse School, met als architect A.J. Westerman, is de vroegere Edelsmedenschool (1980-2002), nog vroeger de vierde Ambachtsschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand (1924-1980). Rechts en links boven de hoofdingang hangen twee smeedijzeren lampen. Aan weerszijden van de ingang staan kenmerkende beelden van de beeldhouwer Hildo Krop. Ze zijn geïnspireerd op de lesstof van de ambachtsschool: elektrotechniek, bankwerken, timmeren, smeden. De hoog aangebrachte beelden aan de waterzijde verwijzen naar scheepsbouw en metaalbewerking.
Links zie je een vrouwenfiguur oprijzend uit gestileerde planten. Dit staat voor de natuur. Je ziet ook twee woorden: zonder moeite.
Rechts staat een man tussen een locomotief en werktuigen. Hier gaat het om het omgaan met de industrialisatie. Hier zie je één woord: niets. ‘Zonder moeite niets’ heeft natuurlijk als betekenis dat er geleerd moet worden om iets te bereiken. En dat het gepaard gaat met moeite en inspanning. Het is het parool van vooraanstaand SDAP-lid P.L. Tak.
Als je door de ingang naar binnen gaat (eerst even vragen aan de conciërge) en iets doorloopt, kijk je naar een verrassend mooie en ruime binnenplaats. Binnen blijkt het gebouw veel groter en speelser dan gedacht. Achter de schuin weglopende gevel ligt namelijk een enorm, vijfhoekig gebouw met een fraaie binnenplaats.
Toen de toenmalige ambachtsschool werd gebouwd was de locatie van veel belang. Hij staat direct na de brug vanaf de Kinkerstraat en het was het eerste gebouw in de toen aan te leggen nieuwe stadswijk De Baarsjes. Dit is de reden dat de school zo monumentaal is gebouwd: het is de toegangspoort tot het Plan-West dat esthetiek en verheffing van het volk beloofde als tegenhanger van de lelijkheid en verderfelijkheid van de revolutiebouw van de Kinkerbuurt. Met andere woorden, het gebouw moest het symbool worden van de toegang tot een betere wereld.
Steek na Het Sieraad de Postjesweg over. Neem het zebrapad bij de verkeerslichten. Je komt in de Witte de Withstraat. Neem de rechterkant van de straat.
Vanaf nummer 11 aan de overkant zie je bijzondere versieringen van de trapportalen bij de huizen. Ze zijn van dezelfde architect als die van Het Sieraad: A.J. Westerman (1923). In 2007 zijn de gevels aan de hand van archiefonderzoek teruggebracht in de oorspronkelijke stijl van de Amsterdamse School. In de erkers van de trappenhuizen werd weer glas aangebracht.
Loop door tot nummer 38. Hier is de bar van Hotel not Hotel. Als je doorloopt kom je in het hotel zelf. Maak een rondje door het hotel. Vraag wel even of het mag. De ervaring hiermee is tot nu toe positief.
Op dit terrein was tot ver in de 20e eeuw het autobedrijf Opel Riva gevestigd (Riva = Reparatie Inrichting Van Automobielen). Het niet meer door het bedrijf gebruikte terrein, waar nog wel een grote loods stond die als moskee diende, werd in 1994 gekocht door de Turks-islamitische vereniging Mili Görüs. Het doel was om hier een moskee in klassiek Ottomaanse stijl te bouwen.
Het toenmalige stadsdeel de Baarsjes was niet gelukkig met het plan. Men vond de beoogde moskee te groot en vond hem te veel inbreuk maken op het karakter van de buurt. Ook waren er plannen voor stadsvernieuwing in deze buurt. De moskee moest daarin passen. Na vele jaren van stilstand kwam er uiteindelijk schot in de zaak. De appartementen en winkels van woningcorporatie Het Oosten (nu Stadgenoot) werden in 2009 opgeleverd.
De architectuur, ook van de moskee, was in handen van het Franse echtpaar Marc en Nadia Breitman. Ze lieten zich vanuit hun postmoderne stijl inspireren door zowel de stijl van de Amsterdamse School als door de Aya Sophia moskee in Istanbul. Marc Breitman is in Amsterdam bekend van het wooncomplex Argentinië in het Oostelijk Havengebied dat hij samen met Rob Krier heeft ontworpen. Ook dit complex is in postmoderne stijl.
Ondanks de jarenlange vertraging ging men zelfstandig door en werd in 2013 begonnen met de bouw van de moskee. Dat ging op een andere manier dan wij gewend zijn. Het benodigde geld was er nog niet helemaal (of helemaal niet), maar men ging wel vast aan het werk. De opening was uiteindelijk op 1 april 2016.
We gaan naar het kanaal dat Kostverlorenvaart heet.
De Kostverlorenvaart dateert al van de 15e eeuw. Waarom werd hij toen gegraven? Er circuleren twee verklaringen. De ene is dat hij de afwatering van het Rijnland moest verbeteren, vandaar de oorspronkelijke naam Kostverlorenwetering. De andere is dat er een kortere vaarroute moest komen naar de Haarlemmer en Leidse meren.
Ook over de achtergrond van de naam Kostverlorenvaart verschillen de meningen. Eén verklaring is dat de vaart lang een twistappel is geweest tussen Amsterdam en Haarlem en daarmee veel aan procedures heeft gekost. Een andere is dat Amsterdam de wetering afsloot omdat men bang was dat een mogelijke vijand de stad via de spuisluizen van de vaart onder water zou zetten. Wetering en sluizen werden daardoor onbruikbaar, wat gederfde inkomsten oftewel ‘verloren cost’ tot gevolg had. Een variant hierop is dat de kosten voor het graven van de vaart voor niets zijn gemaakt en dus de ‘çost verloren’ is.
Bij het kanaal aangekomen ga je naar rechts de Baarsjesweg op naar de brug. Daarna gaan we linksaf de brug over, en direct linksaf de Tweede Kostverlorenkade op. Na 70 meter is rechts de Hasebroekstraat.
Hier startte woningbouwvereniging Rochdale in 1913 één van de eerste socialewoningbouwprojecten in Nederland. De architect J.E. van der Pek was hiervan de bevlogen leider.
Loop de Kostverlorenkade nog 50 meter af tot de hoek met de Bellamystraat. Je staat nu voor Buurtfabriek Ruimzicht.
Dit witte, opvallende gebouw staat op het voormalige terrein van keukenfabrikant Houtsma. Dit industriële verleden was een belangrijke inspiratiebron voor architect Marlies Rohmer. De grote dakkappen en de stalen vluchttrap laten het gebouw duidelijk op een fabriek lijken. Het witte eenvormige geheel geeft de Buurtfabriek een rustige, stevige uitstraling.
Het complex bevat 27 woningen, zowel koop-, sociale huur- en duurdere huurwoningen. Verder zijn er kleinschalige bedrijfs- en atelierruimten en een grand café met een gewild terras.
Ga langs het complex verder over de kade tot de volgende straat: de Wenslauerstraat. Sla rechtsaf.
Vroeger was deze straat een dijk waardoor die 80 centimeter hoger is dan de Bellamystraat, waar we zo komen. In de Wenslauerstraat staan nog overblijfselen van de eerdere dorpse bebouwing. Hieraan kun je goed zien dat de Bellamybuurt, waarvan de straat een onderdeel is, vroeger een agrarisch gebied is geweest.
Nu zijn er in de straat een paar mooie voorbeelden van stadsvernieuwing te zien. Bijvoorbeeld de huisjes op nummers 69-65. Verder is er interessante nieuwbouw op nummers 53-47 en nummer 48.
Verderop links zie je een in 2005 gerestaureerde muurreclame op het hoekpand op nummer 14.
Ga de eerste straat rechts in, de Bellamydwarsstraat. Rechtsaf de Bellamystraat. We doen vanaf hier een heen-en-weertje. Heen lopen we aan de rechterkant, terug aan de andere zijde.
Wat meteen opvalt in de Bellamystraat zijn de voortuintjes, een zeldzaamheid in dit soort Amsterdamse buurten. Dit heeft alles te maken met de geschiedenis van deze vroegere polder. Waar de voortuintjes nu liggen, bevond zich vroeger een iets van de huizen verwijderde afwateringssloot.
In de Bellamystraat waren veel kleine bedrijven gevestigd. Smederij Meister op nummers 74-76 bestaat nog steeds en is een herinnering aan die tijd. De bebouwing dateert van 1884, de smederij is van 1909.
Op nummer 80 staat het oudste huis van de Bellamystraat (van vlak na 1723). Het was vroeger een buitenhuis in de polder met de naam Loofrijk. Dit is een voorbeeld van hoe het gebied in die tijd een recreatieve bestemming kreeg voor Amsterdammers. Er kwamen buitenhuizen voor de rijken en speelgelegenheden in het groen voor het brede publiek.
We gaan naar de overkant en lopen de Bellamystraat weer terug.
We zien op de nummers 123-117 en Van Effenstraat 1-5 een woonblokje uit een veel eerdere tijd, 1918, met als architect G.F. la Croix. Mooi is het gevarieerde materiaal- en kleurgebruik op de Bellamystraat, met de daktegels als decoratieve elementen op de bovenste gevelverdieping. Let ook op de jaartalversiering: anno 1918. Het blok bevat een aantal elementen van de Amsterdamse School.
Op nummers 115-95 nieuwbouw uit 1992. Het is een L-vormig woonblok van Duinker en Van der Torre. Door de L-vorm kwam er ruimte voor een pleintje, het Caspar Flickhof. Het blok ontstond door de sloop van bedrijfsgebouwtjes.
Na 1860 kwamen in het gebied veel fabriekjes die op stoomkracht werkten. Eén daarvan is de cacaofabriek van Caspar Flick van 1897 op nummers 93-91. De naam van de chocoladefabriek, die in de jaren twintig van de 20e eeuw weer verdween, leeft voort in de term ‘flikjes’ voor gesuikerde chocolaatjes. Het plein ernaast, het al genoemde Caspar Flickhof, houdt ook de herinnering vast.
Iets verder, op nummers 47-49, staat de vroegere bioscoop Olympia die tussen 1928 en 1965 als zodanig functioneerde. Hij is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School door de architect Th. Philippi.
Voor 1928 was hier een paardenstal van Van Gend en Loos. Nu is er een danscentrum.
Op de gevel zie je de naam op een mooi tegeltableau. Olympia verwijst naar de Olympische Spelen die in 1928 in Amsterdam plaatsvonden.
We komen uiteindelijk bij de Ten Katestraat, waar we naar rechts gaan tot even voorbij de Hasebroekstraat. Links tussen nummers 71 en 73-99 is de ingang naar de passage van De Hallen.
Vanaf voorjaar 2014, toen de eerste bedrijven en organisaties zich hier vestigden, is dit een zeer gewilde plek in Amsterdam. Er zijn onder andere een bijzonder hotel (aan de kant van het Bellamyplein), een bibliotheek met prettig leescafé, een tv-studio, een fietswerkplaats, een bioscoop met negen zalen en een aantal winkels. Het meest populair zijn de Foodhallen, een eethal met ongeveer twintig eettentjes met een aanbod dat varieert tussen Vietnamese streetfood, hoogwaardige burgers en bijzondere bitterballen als truffelpastinaak en bouillabaisse. Een frikandel is er niet te vinden.
Dit gebied was vroeger, vanaf 1902 na de elektrificatie van de Amsterdamse tram, een grote tramremise met tien hallen tot 100 meter lang. Vanaf 1996 was het gebouw nog in gebruik als opslagplaats voor historische trams en bood het onderdak aan kleine creatieve bedrijven. Het grote leegstaan begon in 2002 en duurde twaalf jaar omdat de omwonenden zich niet konden vinden in de plannen van mediatycoon Harry de Winter, die er een uitgaanscentrum van wilde maken.
Uiteindelijk kwam er een nieuwe opzet, die uitging van een sociaal en cultureel centrum voor West. De Buurtvereniging Rond De Hallen, de grote tegenstander van Harry de Winter, schaarde zich achter de uiteindelijke plannen van de gemeente en werd een belangrijke motor achter De Hallen.
Van veel belang voor het project was ook dat de bekende renovatiearchitect André van Stigt tekende voor de plannen en financieel een groot ontwikkelingsrisico nam. Van Stigt heeft een grote reputatie verworven met verbouwings-/ombouw-/renovatieprojecten als De Zwijger, het Conservatorium Hotel, de Oranje Nassaukazerne, de Graansilo op de Silodam en het Olympisch Stadion.
Loop de Passage door langs de bibliotheek links. Buiten links zie je veel nieuwbouw.
Naast het hergebruik van de vroegere tramremise bestaat het project De Hallen ook uit de ontwikkeling van nieuwbouwwoningen, vanaf de Hallen tot de Bilderdijkkade. Het gaat om bijna 300 woningen, zowel koop-, sociale huur- en vrije sectorhuurwoning.
Hoogbouw vindt plaats in de Bilderdijktoren met 57 vrijesectorhuurappartementen op elf verdiepingen. Onderdeel van de nieuwbouw is het Oranjehuis, een Blijf-van-mijn-lijf-huis-nieuwe-stijl met 56 socialehuurwoningen..
Het ontwerp is van Faro architecten. In 2017 is alles afgerond.
Na de grote passage is er nog een kleine. Ga op het eind rechtsaf de Bilderdijkkade op. Neem direct links de brug. Je bent op de Kinkerstraat. Loop verder door de Kinkerstraat tot de brug van de Da Costakade.
Hier zie je het oude en nieuwe Tetterode mooi liggen.
Eerst is er het oudere gebouw dat architect Hartkamp in meerdere fases heeft gebouwd. Wat wij zien is van 1914. Hartkamp hanteerde bewust een aantal bouwstijlen. Daarnaast is een vrij modern ogend ontwerp. Dat is van 1950 van de architecten Ben Merkelbach, Ch. Karsten en Piet Elling. Het is een fraai voorbeeld van de functionalistische stijl van het Nieuwe Bouwen met een gevel die geheel uit glas in stalen kozijnen bestaat.
In de twee gebouwen bevond zich tot 1981 de lettergieterij Tetterode.Toen werd het complex gekraakt en ontstond later het gebruikelijke harrewar tussen krakers/bewoners en de verschillende eigenaren (als laatste woningbouwvereniging Het Oosten). Dit geharrewar, dat bekend staat als ‘Geëtter met de Tetter’, is uiteindelijk goed afgelopen en leverde een geslaagde woonwerkgemeenschap op waarbij de woon- en werkruimten op cascobasis werden verhuurd.
Direct rechts naast het moderne Tetterode ligt het postmoderne pand van de Belgische architect Charles Vandenhove (1994), ook wel bekend als het Tettergat.
Loop de Kinkerstraat verder af. Neem de eerste straat links, de Da Costastraat. Op nummers 40a – 58d bevindt zich een hofje.
Het is van oktober 1895 en opgericht door de Nederlands-Duitse weldoener Peter Wilhelm Janssen. Hij is geboren in Duitsland, maar vertrok op jonge leeftijd naar Amsterdam. Hij werd een succesvol graanhandelaar, kreeg de Nederlandse nationaliteit en trouwde met een Nederlandse.
Bij de oprichting werd bepaald dat de bewoners voor de helft Nederlanders, voor de helft Duitsers zijn. Janssen wilde niet zijn naam aan het hofje verbinden en daarom kreeg het de naam ‘De Nederlandsch-Duitsche Stichting’.
Het hofje telde vier huurhuizen en 56 kosteloze woningen, bestemd voor mensen die in behoeftige omstandigheden verkeerden, maar wel enig inkomen hadden.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd de exploitatie problematisch en waren er dringend verbeteringen nodig. De gemeente bood de helpende hand en in de jaren zeventig vond een uitgebreide renovatie plaats die 48 aan de tijd aangepaste tweekamerwoningen opleverde.
Het bleef echter financieel kwakkelen totdat de AWV (Algemene Woningbouwvereniging, nu Stadsgenoot) op verzoek van de gemeente de zorg voor het hofje, en zijn financiën, overnam. De bewoners zijn allen ouderen, die zelfstandig kunnen wonen.
We gaan verder over de Da Costastraat en nemen de eerste weg links, de Potgieterstraat. Ga de brug over van de Da Costakade. Ga daarna rechtsaf.
Op nummers 110-106 zie je een indrukwekkend tegeltableau van het Depot der Zuidhollandsche Bierbrouwerij. Het bevat plantaardige motieven en verwijst naar de Haagse brouwerij die tot 1974 bestond. Dit is de achtergevel van het bierpakhuis.
Vervolg de Da Costakade. Steek de De Clercqstraat over. Loop tot nummers 24 A-M. Neem daar de toegangspoort van het wooncomplex.
In 1992 is hier, naar een ontwerp van Charles Vandenhove, sociale woningbouw verrezen met in totaal 101 woningen.
Als je doorloopt kom je op de Bilderdijkstraat. Steek die over naar het Bilderdijkpark. Rechts is een toegang naar het park. Daar aangekomen zie je een horecapaviljoen voor je.
Het horecapaviljoen uit 2012 staat op de plaats van het voormalige lijkenhuisje van de begraafplaats die hier was tot het begin van de twintigste eeuw.
Aankomende activiteiten
Op stap met Gerard
Steden ontdekken met Gerard Goudriaan kan op twee manieren: met Gerard als gids of je gaat zelf op pad met de door hem beschreven wandelingen.
Als je besluit om Gerard als gids te nemen heb je verschillende mogelijkheden:
- Je bespreekt met hem welke stadswandeling voor jou, je wandelgroep of het personeelsuitje interessant is bijvoorbeeld … in Amsterdam Noord.
- Bij de activiteiten staan stadswandelingen gepland in Nederlandse steden, zoals Utrecht en Dordrecht. Je kan je hiervoor aanmelden.
- Als je kiest voor een stadswandelweek in Parijs of Berlijn, kan je de folder opvragen of downloaden. Voor uitgebreide vragen neem je contact op.